In mijn werkzame leven was ik leraar. Het “beeldhouwen” heb ik mezelf aangeleerd. Sinds mijn pensioen heb ik het atelier van Wessel Bezemer bezocht om onder zijn leiding het maken van mallen en het afwerken van beelden beter onder de knie te krijgen.
Mijn hele bewuste leven ben ik al aan het “vormen”. Als jongetje met: zand (in de zandbak), leem (uit het veld), stopverf (uit de ramen van nieuw aangebrachte ruiten), kauwgom (waar de smaak af was) of met klei. Met het materiaal, dat in mijn handen komt maak ik dieren, mensen bloemen e.d. Vaak hebben die figuren bolle, ronde vormen. Momenteel zijn het vooral ronde vrouwfiguren en dikke paarden. Als ik onderweg ben zie ik van alles, ik onthoud de vormen en thuis gekomen maak ik er een krabbeltje van dat ik later gebruik als ik ga beeldhouwen. De laatste tijd werk ik met klei (voor steengoed), was (voor bronzen beelden) en in steen (serpentijn en marmer). Meestal zijn mijn beelden vriendelijk en vrolijk.